Bouwsector 4.0., de auto achterna

Industrialisatie in de bouwsector. Wat tot voor kort nog science fiction leek, komt stilaan uit noodzaak van de grond. Moét van de grond komen, omdat de woningnood zo hoog is. Enkele interessante en indrukwekkende gegevens daarover vinden we in Nederland, het dichtst bevolkte land ter wereld.

De studiedienst van De ABN Amro kwam daar tot de vaststelling dat de arbeidsproductiviteit in de bouw nu relatief laag is in vergelijking met andere sectoren. In 2019 werd in Nederland per gewerkt uur 51 euro aan toegevoegde waarde gecreëerd, terwijl dit in de bouw slechts 42 euro per gewerkt uur is. De belangrijkste oorzaak is dat in de bouw nog weinig geautomatiseerd is. De productiviteit in de bouw zou met liefst 40 procent stijgen als zelfs maar de helft van de woningbouw in 2030 een modulaire aanpak heeft. Met als gevolg dat het woningtekort gereduceerd zou kunnen worden tot 60.000 in plaats van de nu verwachte 206.000 woningen.

Een andere bank, ING, stelt eveneens vast dat er volop ruimte is voor meer industrialisatie: Een medewerker in de bouw beschikt over ongeveer 11.100 € aan waarde van machines en installaties, in de industrie is dit met ruim 115.000 € meer dan 10 keer zoveel. Door meer industrialisatie zouden de bouwkosten kunnen afnemen met ongeveer 10 tot 15 procent.

‘Mass customization’ in plaats van unieke realisaties

“De bouwsector moet in de omgekeerde richting evolueren: van unieke realisaties naar ‘mass customization’, en dit vanuit de filosofie die de automotivesector succesvol maakt”, zo verwoorde IT-ondernemer Rudy Hageman het een jaar geleden al. Hageman heeft jarenlange ervaring in IT-dienstverlening aan de autosecotor.  Die heeft zich de laatste decennia ontpopt als een meester in efficiëntie. Probleemloos omarmt de sector   maatschappelijke of commerciële uitdagingen. Zo evolueerde het aanbod bijna ongemerkt van eenheidsworst naar gepersonaliseerd maatwerk. En dan te weten dat er vandaag uitsluitend prototypes van voertuigen worden ontwikkeld. De klanten kunnen uit een enorme waaier aan mogelijkheden de auto samenstellen die het best aan hun smaak, noden, vereisten en budget voldoet. Ondanks de tienduizenden mogelijke variaties kan de fabrikant het voertuig op de afgesproken datum leveren, aan de prijs die weken of maanden eerder op papier werd gezet. De automotivesector heeft daarbij niet moeten inboeten niet op rendabiliteit.

Een woning met open dak?

Meer rendabiliteit, hogere productie…. Dat ziet er voor de bouwsector goed uit als hij de kaart van de industrialisering trekt. Er nog voordelen zoals kleinere afhankelijkheid van personeel (sowieso zijn er bouwvakkers tekort), verbeterde kwaliteit, hergebruik van materialen…  Maar daartegenover staan ook enkele nadelen.

Vooral het verlies aan flexibiliteit is een nadeel. Industrialisatie betekent hogere vaste kosten en dat brengt extra risico’s met zich mee als de bouwproductie stilvalt. In een krimpende (woningbouw)markt kunnen prijzen daardoor nog wispelturiger zijn, doordat geïndustrialiseerde bouwers hun prijzen nog harder moeten laten zakken. Ze kunnen gedwongen worden dit te doen tot ver onder de kostprijs.  Zaken doen tegen extreem lage prijzen op korte termijn is voor een geïndustrialiseerd bouwbedrijf beter dan het laten stilstaan van een fabriek.

Door standaardisatie is er ook minder maatwerk mogelijk. Dat hoeft overigens zeker niet te beteken dat er nog alleen ‘eenheidsworst’ kan worden gebouwd. Het voorbeeld van de auto spreekt boekdelen.

Terug naar news & blogs