De muzieknoten van Mozart tijdens Circulair & Modulair Vastgoed 2022

Als er iets is dat we moeten onthouden van de studiedag Circulair & Modulair Vastgoed 2022 die SPRYG Real Estate Academy op 29 maart organiseerde in Grobbendonk, dan wel dat wanneer het gaat over circulair bouwen in Vlaanderen de kloof tussen theorie en praktijk steeds kleiner wordt. Getuige daarvan de talloze circulaire bouwprojecten die op het event werden toegelicht. Met circulaire businessmodellen, circulair aanbesteden en de juridische aspecten rond het duurzame bouwprincipe passeerden ook nog heel wat andere aspecten van circulair bouwen de revue. Toch resulteerde die brede benadering van het thema niet in wollige of weinig concrete uiteenzettingen. Het aanwezige publiek trok naar huis met tal van nieuwe inzichten en concrete handvatten.

Circulair bouwen lijkt fase van theoretische praatjes voorgoed voorbij

“Circulair bouwen draait eigenlijk maar om één ding: grondstoffenneutraliteit”, opende moderator Waldo Galle, professor aan de Vrije Universiteit Brussel en VITO-onderzoeker en een ware eminentie op het vlak van circulair bouwen, de studiedag. “Ik wil er in dit welkomstwoord voorts ook op aandringen alle werkpunten die hier vandaag zullen worden aangehaald te benaderen als kansen en niet als hindernissen.”

Mozart en circulair bouwen

Galle, die zich overigens uitstekend van zijn taak als gespreksleider zou kwijten, kondigde daarna met Ruben Braeken de eerste spreker aan. Braeken, architect en zaakvoerder van B+ architecten, richtte nog niet zo lang geleden MOSARD op, een open design- en buildplatform dat circulair bouwen mogelijk maakt dankzij een uniform maatsysteem voor modulaire ontwerp- en bouwcomponenten. “De naam MOSARD werd gekozen naar analogie met Mozart, de beroemde componist”, stak Braeken van wal. “Met zeven verschillende muzieknoten kon die man oneindig composities maken. Ons bouwstandaard vertrekt ook van slechts een aantal gestandaardiseerde afmetingen voor modulaire ontwerp- en bouwelementen, maar dat hoeft de creativiteit van de architect niet te beknotten.” Die stelling lichtte hij vervolgens toe aan de hand van twee projecten waarin het open ontwerp- en bouwplatform werd toegepast; het nieuwe politiekantoor in Maasmechelen en de circulaire herbestemming van de oude mijnschool in Genk.

Daarbij had hij het ook over hergebruik en product as a service-modellen, wat hem op twee vragen uit het publiek kwam te staan: “Hoe garandeer je de prestaties van tweedehandsbouwmaterialen?” en “Waar trek je de grens tussen investeringsuitgaven en operationele kosten bij as a service-modellen?”

“Een ingenieur kan perfect berekenen wat de resterende sterkte van een stalen ligger is door te bekijken waar de belasting exact heeft gezeten”, beantwoordde Braeken de eerste vraag. “Maar indien dergelijke info niet voorhanden is, is het garanderen van hergebruikte materialen inderdaad een moeilijke kwestie.”

“Maar ook dan zijn er creatieve oplossingen mogelijk”, vulde moderator Galle aan. “Als je bakstenen bijvoorbeeld hergebruikt in een stalen kader, dan heb je de specifieke structurele eigenschappen van die bakstenen misschien niet meer nodig.”

“Ik had het net wel over product as a service, maar in de projecten die ik aangehaald heb, werd er enkel gewerkt met verkoop. En ik ben slechts architect en geen econoom dus moet ik je het antwoord schuldig blijven”, behandelde Braeken de tweede vraag. “Maar volgens mij moet elke fabrikant gewoon voor zichzelf een goed verdienmodel zoeken. Dat heeft JUUNOO bijvoorbeeld gedaan (JUUNOO maakt demontabele en herbruikbare binnenwanden en werkt met een cash back-garantie, red.). Ik denk ook dat het voor bepaalde gebouwschillen, zoals de gevel, makkelijker werken is met leasemodellen dan voor andere lagen. Alleszins: de meerwaarde van compatibiliteit en dus MOSARD schuilt in het feit dat wanneer een fabrikant zijn producten of systemen terugneemt, hij ze makkelijker zal kunnen hergebruiken in een ander project.”

Lees het volledig verslag op circubuild.be.

Terug naar news & blogs